Decentralisatie-uitkering sociaal domein
Tot en met 2018 ontvangen gemeenten van het Rijk via een decentralisatie-uitkering middelen voor de uitvoering van taken voor de 3D’s. Vanaf 2019 wordt deze 3D-uitkering toegevoegd aan de algemene uitkering uit het gemeentefonds en loopt mee in de ontwikkeling van het accres. Hierdoor zijn de van het rijk te verkrijgen budgetten voor de 3D’s niet meer 1:1 te herleiden. Met ingang van begroting 2019 betekent dit:
- Dat we het beleidskader voor het toepassen van een 1:1-relatie tussen de Rijksinkomsten en vertaling hiervan naar de uitgavenbudgetten loslaten en:
- Op basis van de eigen begrotingsuitgangspunten de uitgavenbudgetten jaarlijks bijstellen voor volume- en prijsontwikkelingen;
- Voor onderdelen waarbij sprake is van regionale inkoop van gespecialiseerde hulp zijn de budgetten opgenomen volgens de begroting van de regio voor het aandeel van onze gemeente.
Aanbevelingen Provincie over financiën sociaal domein
In juli 2018 is door de toezichthouder, Provincie Noord-Brabant, een onderzoeksrapport gepubliceerd: “Analyse financiën decentralisaties sociaal domein 2018”. Het onderzoeksrapport geeft de volgende aanbevelingen als handvat voor de begroting:
- Laat de koppeling met de decentralisatie-uitkering vervallen en betrek de benodigde dekkingsmiddelen in een integrale afweging van alle dekkingsmiddelen. Zonder aanvullende dekkingsmaatregelen is het volgens de Provincie niet reëel om in de (meerjaren)begroting 2019-2022 het uitgangspunt van budgettair neutraal ramen te blijven hanteren.
- Geef in de (meerjaren)begroting 2019-2022 duidelijk aan op welke uitgangspunten de ramingen zijn gebaseerd en leg hierbij ook een koppeling naar de realisatiecijfers in de jaarrekening 2017.
- Wanneer er een taakstelling in de (meerjaren)begroting wordt opgenomen dan adviseert de provincie deze taakstelling reëel te onderbouwen.
In deze begroting 2019 en meerjarenraming 2020-2022 toegepaste uitgangspunten komen overeen met bovenstaande aanbevelingen van de Provincie. Boxtel heeft de 1:1 koppeling van rijksbaten en lasten losgelaten, gelet op de uitkomsten van de jaarrekening 2017 zijn de overeengekomen contracten voor regio-inkoop verwerkt in de begroting en is voor de meerjarige indexering dezelfde prijsstijging toegepast als voor de andere interne budgetten. Er is geen taakstelling in de (meerjaren)begroting opgenomen.
Baten x € 1.000 | Rekening 2017 | Begroting na wijziging 2018 | Begroting 2019 |
---|---|---|---|
Maatschappelijk werk | 154 | 309 | 159 |
Minderheden | 35 | 0 | 0 |
Jeugdzorg | 774 | 1.059 | 417 |
WMO | 643 | 469 | 436 |
Inkomensvoorziening | 6.522 | 6.182 | 6.059 |
Participatie | 230 | 0 | 0 |
Volksgezondheid | 9 | 0 | 0 |
Onderwijs | 2.148 | 1.714 | 1.009 |
Totaal baten | 10.515 | 9.733 | 8.080 |
Lasten x € 1.000 | |||
Maatschappelijk werk | 1.268 | 1.604 | 1.607 |
Minderheden | 295 | 250 | 188 |
Jeugdzorg | 10.069 | 10.175 | 9.688 |
WMO | 9.221 | 8.537 | 8.477 |
Inkomensvoorziening | 10.123 | 10.200 | 9.757 |
Participatie | 10.142 | 9.965 | 9.559 |
Volksgezondheid | 980 | 1.101 | 1.089 |
Onderwijs | 5.460 | 5.119 | 4.970 |
Totaal lasten | 47.557 | 46.951 | 45.335 |
Totaal saldo x € 1.000 | -37.042 | -37.218 | -37.255 |